26.04.2015

Toon Hermans – De appels op de tafelsprei

toon-hermans-jacob-merkelbach Vijftien jaar geleden overleed Toon Hermans (1916-2000). Het raakte me en ik schreef er over: “Toon Hermans is dood. Een brok in mijn keel. Het leven staat even stil. Toon was als mijn grootvader. Hij inspireerde de Utrechtse muzikale clown en gekkebekkentrekker Herman van Veen, mijn geestelijke vader.

“Mijnheer van Veen” stimuleerde me als twaalfjarige om uit mijn schulp te kruipen. Om mijn eigen weg te gaan en me minder aan te trekken van wat anderen daarvan zouden vinden. Hij zag en hoorde me en gaf me zo vertrouwen in wie ik was en wie ik mocht zijn. toon-met-kind

Als vierjarige driewielde ik met de zoon van Toon, onze buren daar in Zandvoort. Mijn eigen grootvader liep daar over het strand. Zijn hoed waaide weg, als een ballonnetje dat danst in de wind. En bracht Toon die hoed naar hem terug, of was dat maar één van die mooie verhalen? Opa stierf voor mij in Zandvoort. Ik zag hem daar voor het laatst.

Een brok in mijn keel, want Toon Hermans is dood. Toon stond voor de tranen die liepen over mijn vader’s wangen, van het lachen. Voor even verbondenheid in ons tumultueuze gezin. Toon was echte liefde, het leven zelve. Zijn Rietje was zijn alles. Ook nadat ze hem voor ging bleef dat zo.

toon & rietje 1954Zijn sterfdag eindigt met Billy de grote liefde van Ally McBeal die sterft, en lief heeft voor altijd. Dat leert me het leven te leven, alsof er nog maar een dag te gaan is. Het gewone leven en het kleine geluk. Toon zag het. En ik koester het nu met hem.”

Maar Toon is niet dood, hij is gebleven met zijn humor en zijn muziek. Eén van zijn mooiste liefdesliederen is De appels op de tafelsprei uit 1972. Hier zingt hij het en hij ontroert me weer.

De appels op de tafelsprei
Mijn liefdesliedje is gemaakt, van lachjes die je lacht.
Van warme broodjes bij ’t ontbijt en kleine stukjes nacht.
Van stiekem zitten kijken, ik naar jou en jij naar mij.
En van de appels op de tafelsprei. toon & rietje

Vier maten glimlach, vier maten droef.
Vier maten sofa, vier maten poef.
Vier maten blij zijn en vier maten rouw.
Dat is mijn liedje voor jou.

Mijn liefdesliedje is gemaakt van schemerlicht en zon.
Van kussens, warme dekens en een ligstoel op het balkon.
Van kleine lieve woordjes die geen ander ooit zo zei.
En van de appels op de tafelsprei.

Vier maten winter, vier maten warm.
Vier maten rijk zijn, vier maten arm.
Vier maten mistig en vier maten blauw.
Dat is mijn liedje voor jou.

Mijn liefdesliedje is gemaakt van kleine stukjes zoen.
En van papieren vliegers, kinderstemmen in het groen.
Van bladeren van september en een sterrennacht in mei.
En van de appels op de tafelsprei.

Vier maten heide, vier maten kust.
Vier maten forte, vier maten rust.
Acht maten liefste, vergeef het me nou.
Dat is mijn liedje voor jou.

Reageer