Posts Tagged ‘Transatlantic Sessions’


04.07.2021

Declan O’Rourke – Time Machine

Het mooiste nummer van de Ierse singer/songwriter Declan O’Rourke is Time Machine. Hij speelt het hier tijdens het muziekprogramma de Transatlantic Sessions in 2011 en wordt daarbij begeleid door internationale topmuzikanten als Aly Bain (viool), Jerry Douglas (dobro), Russ Barenberg (gitaar), John Doyle (gitaar), Nollaig Casey (viool), John McCusker (viool), Michael McGoldrick (fluit) & Danny Thompson (contrabas).

De Transatlantic Sessions is een tv-programma van de BBC, met 6 seizoenen tussen 1995 tot 2013, waarin bekende folk, bluegrass & country singer/songwriters & muzikanten uit de VS, Ierland, Schotland en Engeland live optreden in een huiselijke setting in de Schotse Hooglanden. De muzikale leiding is in handen van violist Aly Bain & gitarist Jerry Douglas.

Zijn eerste gitaar kreeg O’Rourke toen hij 13 was van een priester, in de tijd dat hij met zijn familie in Australië woonde. De priester herkende zijn liefde voor muziek en zijn talent. Fans van hem zijn o.a. Gary Lightbody (Snowpatrol), Paul Weller, Ron Wood (The Rolling Stones), Chris Rea, Paul Brady en Eddi Reader. Hij heeft onder andere opgetreden samen met Snow Patrol, Bob Dylan, Planxty, John Prine, Paulo Nutini & The Cardigans. Time Machine komt van zijn 3e album Mag Pai Zai uit 2011.

Time Machine
If I ever thought
I had lost my friends.
I’d roam this world
till my back was bent.
To find them all,
searching high and low.
You can never have enough friends,
this much I know.

If I ever thought
I could not be true.
To myself and do
what I wanted to.
At the same time,
I’d have to change my tune.
Nothing better you can do,
then to yourself be true.

But if I had a time machine.
And if I could live in my dreams.
Life is our only time machine.
It only goes one way it seems.
We learn how as we float downstream.

If I ever thought
I had hurt someone.
I’d haul a stone
that would weigh a tonne.
Till I learn to
make good or take it back.
Even the strongest pair of hands
cannot take it back.

But if I had a time machine.
Then if I could live in my dreams.
Life is the only time machine.
It only goes one way it seems.
We learn how as we float downstream.

When I lay alone
in the dark at night.
With just my fears
to hold me tight.
Then I think of you,
and then I feel alright.
And I want to let you know,
you make me feel alright.
I just want to let you know,
you make me feel alright.

30.08.2015

Sarah Jarosz – Annabelle Lee

sarahjaroszmyfoolheartHeerlijk die muzikale energie die er vanaf spat als er topmuzikanten samenspelen. Bij de Transatlantic Sessions komt dat regelmatig voor, omdat daar Amerikaanse, Britse & Ierse muzikanten samenspelen. Ik heb daar op deze blog al een paar keer wat van met je gedeeld.

Deze keer kies ik voor een opname uit 2011 van de jonge Amerikaanse singer/songwriter & banjo-speelster Sarah Jarosz met het lied Annabelle Lee, dat ze schreef samen met singer/songwriter Cameron Scoggins, op een gedicht uit 1849 van de Amerikaanse schrijver Edgar Allen Poe (1809-1849). Ze wordt in het nummer begeleid door Jerry Douglas (steel guitar), Danny Thompson (bas), Sam Bush (mandoline), Nollaig Casey (viool), Russ Barenberg (gitaar) en James Mackintosh (drums). Je ziet aan Jarosz dat ze blij wordt van zulke vorstelijke ondersteuning.

annabel lee - edgar allen poeAnnabelle Lee
Many a year ago,
in a kingdom by the sea.
There lived a maiden you may know,
by the name of Annabelle Lee.
No other thought did trouble her mind,
but to love and be loved by me.

We were children both,
in this kingdom by the sea.
But we loved with a love that was more than love,
I and my Annabelle Lee.
With a love that the winged angels high
coveted her and me.

This was the reason long ago,
in this kingdom by the sea.
A wind blew from a stormy cloud,
that took my Annabelle Lee.
Then her wicked brothers came,
to steal her away from me.

They shut her up in a tomb below,
this kingdom by the sea.
But no maiden’s grave could sever my soul,
from the love she bore for me.
For the moon don’t beam without a dream
of my darling Annabelle Lee.

For many years I’ve wandered
through this kingdom by the sea.
I’ve laid myself beside the bones
of my beautiful Annabelle Lee.
I’ll make my bed near the rising tide
in her tomb by the sounding sea.

29.04.2012

Amos Lee – Jesus

Als een zeer geliefde vriendin plotsklaps een zware ziekte krijgt, dan komt het geloof ineens in beeld, ook bij mij. Er worden kaarsjes gebrand, er wordt gebeden en gezongen. Wonderlijk is dat. Blijkbaar bieden rituelen steun en houvast en geven ze hoop die nodig is om heelhuids door zo’n vreselijke periode van strijd en overleving te komen. Alle beetjes helpen, dus zing met me mee.

Amos Lee zingt zijn lied in de Transatlantic Sessions van 2011 met onder andere Sarah Jarosz (banjo), Jerry Douglas (slide gitaar), Aly Bain (viool), Declan O’Rourke (gitaar) en Sam Bush (gitaar).

Dit is alweer het 50e artikel van de Songcatcher en het is deze keer opgedragen aan Juliet.

Jesus
Oh Jesus can you help me now.
Oh Jesus can you help me now.
Oh Jesus can you help me now.
No, I never felt so alone.

I remember when I was wild and free.
Oh, so wild and free.
Oh, so wild and free,
but my heart was a skipping stone.

But now the world has jaded me.
Oh corrupted and defeated me.
You know I never thought you hated me,
but I’ve never felt so alone.

Oh, Jesus will you help me now.
Oh, Jesus will you help me now.
Oh Jesus will you help me now.
No, I never felt so alone.
So alone.

13.11.2011

Mary Black – Farewell, Farewell

Eén van de mooiste Ierse stemmen is in het bezit van Mary Black. Laat je ontroeren door haar prachtige Farewell, Farewell,       een lied dat werd geschreven door Richard Thompson van en voor Fairport Convention. Het optreden is onderdeel van de Transatlantic Sessions (*1) van 1995/1996 en de muzikanten zijn: Declan Sinnott (gitaar), Aly Bain & Jay Ungar (viool), Molly Mason (bas) Jerry Douglas (slide gitaar).

NOTEN
*1 Lees hier meer over de Transatlantic Sessions.

Farewell, Farewell
Farewell, farewell, to you who would hear,
you lonely travellers all.
The cold north wind will blow again,
the winding road does call.

And will you never return,
to see your bruised and beaten sons.
O I would, I would, if welcome I were,
for they loathe me every one.

And will you never cut the cloth,
nor drink the light to be.
And can you never swear a year,
to anyone but he.

No I will never cut the cloth,
nor drink the light to be.
But I’ll swear a year to he who lies,
asleep alongside of me.

Farewell, farewell, to you who would hear,
you lonely travellers all.
The cold north wind will blow again,
the winding road does call.
Farewell, farewell.

20.02.2011

Dan Tyminski – The Boy Who Wouldn’t Hoe Corn

Het begon ooit in Ierland. Ik was daar voor een aantal inspirerende workshops van de dichter en business consultant David Whyte (Work and Leadership Through Courageous Conversation). Tussen de bedrijven door, werd ik in contact gebracht met het echte Ierland, en daarbij kreeg natuurlijk ook de Ierse muziek ruim baan. Een bekende muziek-producer hield een verhaal over de grote invloed van Ierse immigranten op de Amerikaanse muziek en liet me kennismaken met twee prachtige albums van Tim O’Brien (The Crossing uit 1999 en Two Journeys uit 2001), die geïnspireerd zijn door de enorme uittocht van Ieren richting de VS na 1840. En zo kwam ik aanraking met de bluegrass.

Bluegrass is een bijzondere mix van folk, country, ragtime en jazz, die zich heeft ontwikkeld in de jaren ’40 van de vorige eeuw. De naam komt bij Bill Monroe (1911-1996) vandaan, die in 1939 een groep had opgericht, The Blue Grass Boys, die waren vernoemd naar de staat Kentucky, ook wel de Blue Grass State. Met zijn muzikanten heeft hij het genre grotendeels vormgegeven. Typisch voor de bluegrass is dat in de muziek, net als vaak in de jazz, de instrumenten om de beurt improviseren rond een melodie. Die instrumenten zijn meestal mandoline, banjo, gitaar, viool en contrabas, en worden voornamelijk acoustisch gebruikt. De meest bekende namen uit de bluegrass van de laatste jaren zijn Alison Krauss & Union Station en Dolly Parton. Wat me aanspreekt in deze muziek zijn de simpele, smartlapachtige teksten, de speciale manier van zingen (de knauw in de stem) die de “high lonesome sound” wordt genoemd en de heel specifieke harmonieën (meestal bariton – lead – tenor).

In 2003 ben ik op Buitenkunst een weeklang een workshop bluegrass gaan volgen en daar heb ik enorm veel plezier aan beleeft. We zongen ondermeer songs uit de zeer succesvolle film O Brother Were Art Thou (2000) van Joel & Ethan Coen met George Clooney. Eén van de bekendste nummers daaruit is Man Of Constant Sorrow, dat gezongen wordt door de Soggy Bottom Boys. De lead-zanger voor de soundtrack was Dan Tyminski, een bluegrass componist, zanger en instrumentalist (mandoline en banjo) die onder andere speelt in de band Union Station, die Alison Krauss begeleid.

Tyminski is ook vertegenwoordigd tijdens de zogenaamde Transatlantic Sessions, een tv-programma van BBC Four dat startte in 1995, waarin topmuzikanten uit de VS, Ierland, Schotland en Engeland live optreden in een huiselijke setting in de Schotse Hooglanden. Denk daarbij aan artiesten als Mary Black, Rosanna Cash, Cara Dillon, Nanci Griffith, Emmylou Harris, John Martyn, Karen Matheson, Kate & Anna McGarrigle, Alison Moorer, Joan Osborne, Eddi Reader en James Taylor. De laatste jaren stonden de sessies onder muzikale leiding van de Schotse violist Aly Bain en de Amerikaanse dobro virtuoos Jerry Douglas, die ook bij Alison Krauss speelt. In het nummer wat ik heb uitgekozen hoor en zie je naast Dan Tyminski, Aly Bain en Jerry Douglas ook de Engelse fluitist Michael McGoldrick.

The Boy Who Wouldn’t Hoe Corn 
Tell you little story and it won’t take long,.
about a lazy farmer who wouldn’t hoe his corn.
The reason why I never could tell,
but that young man was always well.

He planted his corn in the month of June.
By July it was up to his eyes.
Come September there came a big frost,
and all the young man’s corn was lost.

His courtship had just begun.
Said, “Young man, have you hoed some corn?”
“Well, I tried and I tried, and I tried in vain.
But I don’t believe I raised one grain.”

He went downtown to his neighbour’s door.
He had often been before.
Said, “Pretty little miss, will you marry me?
Little miss what do you say?”

“Why do you come for me to wed?
You can’t even make your own corn grain.
Single I am and will remain,
a lazy man I won’t maintain.”

He turned his back and he walked away.
Sayin’, “Little miss you rue the day.
You’ll rue the day that you were born.
For givin’ me the devil cause I wouldn’t hoe corn.”