Posts Tagged ‘Gerard van Maasakkers’


16.03.2014

Gerard van Maasakkers: De lucht zit nog vol dagen

Eén van mijn favoriete Nederlandstalige nummers is De lucht zit nog vol dagen van de Brabantse zanger Gerard van Maasakkers. Ik hoorde het voor het eerst op de radio in 2003 bij mijn favoriete radioprogramma De Sandwich van Jacques Klöters. Een heerlijk uptempo lied dat me vrolijk maakt, met een heel bijzonder ritme en een uitzonderlijke tekst. Het ritme is stuwend en geeft schwung aan het lied. En het bijzondere is de 3 tegen 2. De begeleiding is 3 tellen terwijl de gezongen melodie 2 tellen aanhoudt en dat geeft een apart effect. En dan de schitterende tekst met zinnen die me raken, zoals bijvoorbeeld die meeslepende woorden uit het refrein: “Want de lucht zit nog vol dagen. Dagen van nou, dagen van later. En dagen die gisteren kunnen dragen. Ja de lucht zit nog vol dagen.”

Van Maasakkers was al jaren bekend in Brabant, maar met zijn album Vol dagen brak hij ook door in de rest van Nederland. Ik ging speciaal voor hem naar Apeldoorn met mijn lief, maar moest na een half uur weer vertrekken, omdat ik allergisch bleek voor de net geverfde zaal. Dus besloot ik hem te gaan zien in Zundert, in zijn eigen Brabantse land, en dat was een heel bijzondere ervaring, omdat iedereen in het Brabants meezong en alles verstond wat hij zei en zong.

Van Maasakkers zingt De lucht zit nog vol dagen hier bij de uitreiking van de Gouden Harp in 2009, samen met Carel Kraayenhof op zijn bandoneon en het Metropole Orkest.

De lucht zit nog vol dagen
Ik ben het zat, ik heb te lang getreuzeld.
Veel te lang veel te weinig gedaan.
Altijd maar “ja maar”.
Altijd … och laat maar, het is duidelijk,
dit moet zijn gedaan.

Want de lucht zit nog vol dagen.
Dagen van nou, dagen van later.
En dagen die gisteren kunnen dragen.
Ja de lucht zit nog vol dagen.

Ik zat te lang om een antwoord verlegen.
Zonder dat ik wist wat de vraag ook weer was.
Kan het niet harder, kan het niet mooier,
kan het niet vlugger, kan ik er vanaf.

Want de lucht zit nog vol dagen.
Dagen van nou, dagen van later.
En dagen die gisteren kunnen dragen.
Ja, de lucht zit nog vol dagen.

En dan de mensen, die heb je in soorten.
De ene zijn leven ligt altijd in de zon.
Maar bij de andere wil het niet vlotten.
Hij geeft het al op voordat hij begon.

Maar ik ken mensen die bergen verzetten.
Die geven niet op, nog niet al hadde ’t ger.
Soms tegen beter weten in.
Maar altijd proberen ze het weer.

Want de lucht zit nog vol dagen.
Dagen van nou, dagen van later.
En dagen die gisteren kunnen dragen.
Ja, de lucht zit nog vol dagen.

27.05.2012

Gerard van Maasakkers – D’n boom

Gerard van Maasakkers trad eerst in de voetsporen van zijn vader die hovenier was. Dus ging hij via de Middelbare Tuinbouwschool en de Hogere Opleiding voor Tuin en Landschapsarchitectuur naar de Hogere Bosbouw en Cultuur-technische School. Maar de muziek won het uiteindelijk toch.

Van Maasakkers was jarenlang alleen wereldberoemd in Brabant, totdat in 2003 zijn album Vol dagen uitkwam en heel Nederland ineens interesse toonde. Ik genoot van nummers als De lucht zit nog vol dagen, Mee en dan en Liedje van altijd en wilde hem zien optreden in zijn eigen Brabantse land. Zo zag ik hem in Zundert en dat was een heel bijzondere ervaring, omdat iedereen in het Brabants meezong en alles verstond wat hij zei en zong. In 2008 zag ik hem met Jeroen Zijlstra en Lydia van Dam in de prachtige muziektheatervoorstelling Troost. Dit jaar won hij, zeer verdiend, de Annie M.G. Schmidtprijs (voor het beste theaterlied) voor Zomaar onverwacht.

Begeleid door het Magogo Kamerorkest, zingt één van mijn favoriete Nederlandse zangers over zijn vader, de hovenier.

D’n boom
Ik heb m’n pyama an,
maar ik hoef nog nie naar bed.
Onze vader zit te werken
hee de radio zachtjes aangezet.
“Mag ik komen kijken, papa?
Kijken wa ge doet?”
Hij zee, “Jongen,
kom maar hier op mijne knie.
Kom ‘s kijken wa da’k zie.”

Hier komt ‘t water
en daor ‘nen boom.
Hier komt ‘nen trap,
vur ‘t uitzicht naor later.
Hier komt de schaduw,
en daor ’t licht.
En later wordt di’ hier
een prachtig gezicht.

Op de taofel ligt ’n tekening.
Hij zee “Di ’s ‘ene plattegrond.
Di ’s een huis, en vurde mensen
die daor wonen,
kijk ik wa-t-er rond om hene kumt.”
“Papa, kumt er ook ‘ne lindenboom,
net zoals bij ons?”
Hij zee, “Jongen, vur da huis
d’r kumt ‘ne lindenboom,
ik zet ‘m zelf in de grond.”

Hier komt ‘t water
en daor dien boom.
Hier komt ‘nen trap,
vur ‘t uitzicht naor later.
Hier komt de schaduw,
en daor ’t licht.
En later wordt di’ hier
een prachtig gezicht.

Onze vader is Onzen Lieven Heer
op de vierkante meter.
Maar van onkruid en luizen en zo meer,
moes onze vader niks weten.

Onze vader is doodgegaan,
op ‘ene mooie lentedag.
Onze Lieven Heer ha ‘nen tuinman nodig,
logisch da’t-ie aan onze vader dacht.
Maar hier stao die groten boom,
die hij nog hee geplant.
Die groeit tot aan d’n hemel
en die wortelt in ’t zand.

Hier is ‘t water
en daor dien boom.
Hier is den trap,
naar ‘t uitzicht van later.
Hier is de schaduw,
en daor ’t licht.
En dit blijft altijd
een prachtig gezicht.