Eén van mijn favoriete Nederlandstalige nummers is De lucht zit nog vol dagen van de Brabantse zanger Gerard van Maasakkers. Ik hoorde het voor het eerst op de radio in 2003 bij mijn favoriete radioprogramma De Sandwich van Jacques Klöters. Een heerlijk uptempo lied dat me vrolijk maakt, met een heel bijzonder ritme en een uitzonderlijke tekst. Het ritme is stuwend en geeft schwung aan het lied. En het bijzondere is de 3 tegen 2. De begeleiding is 3 tellen terwijl de gezongen melodie 2 tellen aanhoudt en dat geeft een apart effect. En dan de schitterende tekst met zinnen die me raken, zoals bijvoorbeeld die meeslepende woorden uit het refrein: “Want de lucht zit nog vol dagen. Dagen van nou, dagen van later. En dagen die gisteren kunnen dragen. Ja de lucht zit nog vol dagen.”
Van Maasakkers was al jaren bekend in Brabant, maar met zijn album Vol dagen brak hij ook door in de rest van Nederland. Ik ging speciaal voor hem naar Apeldoorn met mijn lief, maar moest na een half uur weer vertrekken, omdat ik allergisch bleek voor de net geverfde zaal. Dus besloot ik hem te gaan zien in Zundert, in zijn eigen Brabantse land, en dat was een heel bijzondere ervaring, omdat iedereen in het Brabants meezong en alles verstond wat hij zei en zong.
Van Maasakkers zingt De lucht zit nog vol dagen hier bij de uitreiking van de Gouden Harp in 2009, samen met Carel Kraayenhof op zijn bandoneon en het Metropole Orkest.
De lucht zit nog vol dagen
Ik ben het zat, ik heb te lang getreuzeld.
Veel te lang veel te weinig gedaan.
Altijd maar “ja maar”.
Altijd … och laat maar, het is duidelijk,
dit moet zijn gedaan.
Want de lucht zit nog vol dagen.
Dagen van nou, dagen van later.
En dagen die gisteren kunnen dragen.
Ja de lucht zit nog vol dagen.
Ik zat te lang om een antwoord verlegen.
Zonder dat ik wist wat de vraag ook weer was.
Kan het niet harder, kan het niet mooier,
kan het niet vlugger, kan ik er vanaf.
Want de lucht zit nog vol dagen.
Dagen van nou, dagen van later.
En dagen die gisteren kunnen dragen.
Ja, de lucht zit nog vol dagen.
En dan de mensen, die heb je in soorten.
De ene zijn leven ligt altijd in de zon.
Maar bij de andere wil het niet vlotten.
Hij geeft het al op voordat hij begon.
Maar ik ken mensen die bergen verzetten.
Die geven niet op, nog niet al hadde ’t ger.
Soms tegen beter weten in.
Maar altijd proberen ze het weer.
Want de lucht zit nog vol dagen.
Dagen van nou, dagen van later.
En dagen die gisteren kunnen dragen.
Ja, de lucht zit nog vol dagen.