Ik vond onlangs een hele mooie versie van I Don’t Want To Spoil The Party van The Beatles door het Amerikaanse folkduo O’Connor Lee. Ze zorgen voor schitterende samenzang met bijzondere harmonieën die ze zelf toe hebben gevoegd aan het lied. Daarbij krijgen ze vocale ondersteuning van singer/songwriter Mallory Eagle.
O’Conner Lee bestaat uit singer/songwriter & gitarist Forrest O’Connor en zijn vrouw zangeres & violiste Kate Lee. Forrest is de zoon van de bekende bluegrass viool virtuoos Mark O’Connor. Kate & Forrest speelden in diens O’Connor Band en traden op met Paul Simon, Zac Brown, Kenny Loggins, Jerry Douglas & Dan Tyminski. Het origineel komt van het 4e Beatle album Beatles For Sale uit 1964 en werd geschreven door John Lennon.
I Don’t Want To Spoil the Party I don’t wanna spoil the party so I’ll go. I would hate my disappointment to show. There’s nothing for me here, so I will disappear. If she turns up while I’m gone, please let me know.
Well I’ve had a drink or two and I don’t care. There’s no fun in what I do if she’s not there. I wonder what went wrong. I’ve waited far too long. I think I’ll take a walk and look for her.
Though tonight she’s made me sad, I still love her. If I find her I’ll be glad. I still love her.
I don’t wanna spoil the party so I’ll go. I would hate my disappointment to show. There’s nothing for me here, so I will disappear. If she turns up while I’m gone, please let me know.
Though tonight she’s made me sad, I still love her. If I find her I’ll be glad. I still love her.
Well I’ve had a drink or two and I don’t care. There’s no fun in what I do if she’s not there. I wonder what went wrong. I’ve waited far too long. But I think I’ll take a walk and look for her. If she turns up while I’m gone, please let me know.
New Auburn is een prachtig sfeervol lied dat me gelijk raakt en hoe vaker ik het hoor, hoe mooier ik het ga vinden. Het blijft lang in mijn hoofd hangen en is mijn favoriet van dit moment.
Het nummer komt van het nieuwe album How Long Do You Think It’s Gonna Last van de Amerikaanse groep Big Red Machine van Aaron Desner (van de groep The National) & Justin Vernon (van Bon Iver). Zij schreven het nummer samen met singer/songwriter Anaïs Mitchell, die het hier zingt. Ze krijgt daarbij steun van Robin Pecknold (van Fleet Foxes) als vervanger van Vernon, terwijl Desner hier de piano bespeelt.
Helaas is de video die ik plaatste alleen nog hier te vinden.
New Auburn Every time I drive up on 53, I’m seeing sideways up ahead of me. There’s little lakes, there’s little fountains. There’s little molehills made out of mountains. There’s little prayers that I perceive.
Every time I drive up on 54, it goes past Mick’s and Dick’s general store. There goes the signal and it’s dropped for miles. There goes the static at the top of the dial.
Every wild man screamed it. By only a hundred years, away now. Who am I to witness? Who am I to see? Who am I to notice which way a tree,. falling alone falls silently?
Half a mile later, just past the sign There’s a Winnebago, an Econoline. I smell the lake on up aways. I know the exit and the parking place.
We used to swim out in the sun. We were swimmin’ out there under heaven. We were too young to have been unforgiven.
Who are you to listen? Who are you to care? Just someone who knows me from anywhere. Where do we come from out of thin air? I hear you whisper in the back of my hair.
Aretha is een heerlijk nummer van de Engelse singer/songwriter Rumer, waarin ze zingt over een klein meisje dat steun vind in de muziek van Aretha Franklin (1942-2018). Het lied komt van Rumer’s debuutalbum Seasons Of My Soul uit 2010.
Ze zegt er zelf het volgende over: “It’s a very soulful ballad about a little girl who goes to school listening to Aretha Franklin on her headphones. She’s having trouble at school and her mother’s suffering from mental illness and she hasn’t got anyone to talk to, but Aretha Franklin comes to life and encourages her and speaks to her through her imagination. Aretha is the Queen of Soul! If you’re going to write about somebody who embodies the spirit of music itself you go to the top of the list – and there she is! Her voice is probably the closest you get to God. There’s an incredible amount of passion and heartbreak in her voice as she’s lost a lot of family members. She’s just got something in her voice that puts her at the top of the tree and there’s no negotiation.”
In het lied Aretha zitten veel elementen die over Rumer zelf gaan. Ze luisterde naar Aretha Franklin als ze naar school liep. Ze had een moeder met psychische problemen waardoor ze soms vergat om haar dochter op te halen van school. En ze voelde zich anders dan de andere kinderen op school en ook anders dan haar broers & zussen.
Rumer, wiens echte naam Sarah Joyce is, was de 7e van 8 kinderen en werd geboren in Pakistan, waar haar Engelse vader werkte als hoofd ingenieur van het Tarbela Dam Project, dat gefinancierd werd door de Wereldbank. De familie woonde daar van 1977 tot 1984. Naast de psychische problemen van haar moeder hadden twee bijzondere zaken uit haar jeugd grote impact op haar. Ten eerste was dat de scheiding van haar ouders toen ze in Engeland waren teruggekeerd. Rumer was toen 11 jaar oud en haar oudste zuster Cathy ging bij haar vader wonen, terwijl zij al die jaren haar steun en toeverlaat was geweest, om het gebrek aan zorg vanwege de problemen van moeder op te vangen.
Maar nog belangrijker was dat in datzelfde jaar haar moeder plotklaps vertelde dat de Pakistaanse kok van de familie haar biologische vader was. Die had met haar moeder een affaire gehad. Dat verklaarde dat ze donker haar & donkere ogen had, terwijl haar broers & zussen blond haar & blauwe ogen hadden. ”It pretty much took over my life you know, this desire to have blonde hair and blue eyes. I was obsessed. In Pakistan there was no problem because other Pakistani kids were running around and no one paid any attention to you but as soon as you go in to mainstream school (in England) you notice it, you notice a difference. And of course my brothers and sisters were like Norwegians in colour, white blonde hair and blue eyes.” Ze wilde zijn zoals iedereen. ”I remember having a total episode of crying and screaming and howling and my mum saying, ‘When I was a little girl I wanted brown hair and brown eyes’, and I said no you didn’t, that’s such bullshit. Once I came home from school, took my uniform off, threw it in the corner and said I smell like a Paki. That’s what I was told. It was horrible.”
Nadat haar moeder in een impuls had verteld dat Rumer een andere vader had, zweeg ze er verder over, waardoor haar dochter zich er voor schaamde, en het pas drie jaar later aan haar broers & zusters durfde te vertellen. Voor haar was het duideljk: “The world was not a safe place to live in, that adults were not to be trusted. I became a control freak.”
Toen haar moeder in 2002 op sterven lag als gevolg van borstkanker, vroeg ze aan Rumer om de reis naar Pakistan te maken om haar echte vader te gaan zoeken. “I want to leave this planet with my house in order.” Na een barre reis kwam Rumer aan in een bergdorp in Pakistan en vond ze daar een hotel. “So, once I’m there, I order a cup of tea. The waiter comes over and I show him a photograph. He takes it off me and says: “That’s my father. He died three months ago.”
Al dat heftigs in haar leven heeft bij Rumer duidelijk sporen nagelaten, want later bleek dat niet alleen haar moeder psychische problemen had, maar dat ze zelf lijdt aan ADHD, Post Traumatisch Stress Stoornis (PTSS) en bovendien een bipolaire stoornis met manische periodes. Bijzonder dat ze toch in staat is bijzondere muziek te maken, waarvan wij als luisteraar mogen genieten.
Aretha I got Aretha in the morning. High on my headphones and walking to school. I got the blues in springtime ‘cause I know that I’ll never have the right shoes.
Momma she’d notice but she’s always crying. I got no one to confide in, Aretha nobody but you.
Than Momma she’d notice but she’s always fighting. Something in her mind and it sounds like breaking glass. I got Aretha in the morning. High on my headphones and walking to school. I got the blues in springtime ‘cause I know that I’ll never have the right shoes.
But you got the words, baby you got the words. You got the words, baby you got the words.
Oh Aretha, Aretha, I don’t want to go to school. ‘Cause they just don’t understand me, and I think the place is cruel.
Child, singer, raise your voice. Stand up on your own, go out there and strike out.
I tell Aretha in the morning, high on my headphones and walking to school. I got the blues in springtime ‘cause I know that I’ll never have the right shoes. But I got the words.
De Amerikaanse singer/songwriter Julian Velard schreef een heerlijk humoristisch lied met Please Don’t Make Me Play Piano Man. Het is bedoeld als opvolger van de klassieker van Billy Joel uit 1973. Alleen de eerste zin al “It’s 11 o’clock on Wednesday” verwijst naar “It’s nine o’clock on a Saturday”, de eerste zin van het origineel. En daarna volgen er nog veel meer. Hieronder zie je beide teksten, zodat je ze zelf kunt vergelijken.
Het lied Piano Man van Billy Joelwas gebaseerd op zijn eigen ervaring als bar pianist in Los Angeles in The Executive Room Piano Bar op Wilshire Boulevard 3953, waar hij 6 maanden werkte in 1972 & 1973. Vanwege een conflict met zijn platenmaatschappij was hij gevlucht uit New York, en om toch de rekeningen te kunnen betalen trad hij op als Bill Martin, dat refereert aan zijn eigen naam William Martin Joel. Hij kon namelijk zijn echte, bekendere naam niet gebruiken vanwege dat conflict. De karakters in het lied, zijn echte mensen die hij in de bar ontmoette, zoals John de barman en Paul de romanschrijver. De serveerster was zijn eigen vrouw Elizabeth Weber, die later zijn manager werd.
Het is grappig dat Margaret, de moeder van Julian Velard, ooit werkte als zingende cocktail serveerster. Zijn vader Maxime zat in de Tweede Wereldoorlog als Joods kind ondergedoken in Parijs. Joel’s vader Howard was een klassiek pianist wiens Joodse familie uit Duitsland gevlucht was naar Zwitserland en toen het daar te gevaarlijk werd naar de VS.
Julian Velard maakte naast dit lied ook een musical met als titel Please Don’t Make Me Play Piano Man en een EP die Play Piano Man heet. Hier vertelt hij in een podcast meer over zijn liefde voor de muziek van Billy Joel.
Please Don’t Make Me Play Piano Man It’s 11 o’clock on Wednesday. I’m badly in need of break. There’s a beautiful blonde singing next me, she’s making all kinds of mistakes.
She says, I heard this song once when I was 16, And I’ve loved it my whole life long. It’s my 21st birthday, and I’m really drunk, and everyone will sing along.
Oh no no no no no, Oh no no no no, no no.
Please don’t make me play Piano Man, ‘cause I’ve already played it 5 times tonight. I don’t expect you to understand, but my hands are too sore and my heart is too tired, to put up a fight.
Tom at the bar has his face in his phone, he never remembers my name. He pours the drinks while he clicks the links, searching for fortune and fame.
He says, buddy can you help me find someone online, this pretty young thing I just met? She’s a corporate lawyer from the Upper East Side, her dad’s worth a billion I bet
Oh no no no no no, Oh no no no no, no no.
Bob is in some kind of retail. I think he sells second hand clothes. And he’s talking with Tim or maybe it’s Jim. They’ve all been at my last three shows.
And the waitress is angry and miserable, while the Jersey boys jump up and down. They shout and they scream, they just do what they please, ‘cause this is their night on the town.
Please don’t make me play Piano Man, ‘cause I’ve already played it 5 times tonight. I don’t expect you to understand, but my hands are too sore and my heart is too tired, to put up a fight.
I’d say the bar’s pretty empty, but it’s just your average Wednesday. Billy Joel’s rocking the Garden, and this place is four blocks away. At 11:05 they come tumbling in, they fill up their drinks and I fill up with fear. ‘Cause it cuts like a knife, I’ve sang it all my life. Man, what am I doing here?
Oh no no no no no, Oh no no no no, no no.
Please don’t make me play Piano Man, ‘cause I’ve already played it 5 times tonight. I don’t expect you to understand, but my hands are too sore and my heart is too tired. To put up a fight.
Hier speelt Billy Joel zijn zijn lied Piano Man tijdens een optreden in 1975 in The Old Grey Whistle Test, de muzikale tv show van de BBC.
Piano Man It’s nine o’clock on a Saturday, the regular crowd shuffles in. There’s an old man sittin’ next to me, makin’ love to his tonic and gin.
He says: “Son can you play me a memory?” I’m not really sure how it goes. But it’s sad and it’s sweet and I knew it complete, when I wore a younger man’s clothes.
La-la-la de-de da. La-la de-de da da-dam.
Sing us a song you’re the piano man. Sing us a song tonight. Well we’re all in the mood for a melody, and you’ve got us feelin’ alright.
Now John at the bar is a friend of mine. He gets me my drinks for free. And he’s quick with a joke or to light up your smoke, but there’s someplace that he’d rather be.
He says Bill I believe this is killing me, as a smile ran away from his face. Well I’m sure that I could be a movie star, if I could get out of this place.
Oh, la-la-la de-de da. La-la de-de da da-da.
Now Paul is a real estate novelist, who never had time for a wife. And he’s talkin’ with Davy who’s still in the navy, and probably will be for life.
And the waitress is practicing politics, as the businessmen slowly get stoned. Yes they’re sharing a drink they call loneliness, but it’s better than drinkin’ alone.
Sing us the song you’re the piano man. Sing us a song tonight. Well we’re all in the mood for a melody, and you’ve got us feelin’ alright.
It’s a pretty good crowd for a Saturday, and the manager gives me a smile. ‘Cause he knows that it’s me they’ve been comin’ to see, to forget about life for a while And the piano it sounds like a carnival, and the microphone smells like a beer. And they sit at the bar and put bread in my jar, and say man what are you doin’ here?
Oh, la-la-la de-de da. La-la de-de da da-dam.
Sing us the song you’re the piano man. Sing us a song tonight. Well we’re all in the mood for a melody, and you’ve got us feelin’ alright.
Eén van mijn favoriete nummers is Everybody’s Talkin’ van de Amerikaanse singer/songwriter Fred Neil (1936-2001) uit 1966. Het is vooral bekend geworden in de versie van Harry Nilsson (1941-1994) uit 1968, die een hit werd nadat het uitkwam als “theme song” van de film Midnight Cowboy (1969). Hier wordt het lied gezongen door de Schotse singer/songwriter Paolo Nutini tijdens een optreden voor de Belgische tv in 2014.
Ik heb het zelf heel vaak gezongen, mezelf begeleidend op de piano. Heel bijzonder was die keer in 1981 in het Grand Hotel in Caïro, waar ik piano zat te spelen & zong toen het licht ineens uitviel. Toen het weer aanging zaten er opeens allemaal mensen om me heen die luid applaudisseerden. Een onvergetelijk moment en een mooie herinnering.
Everybody’s Talkin’ Everybody’s talking at me. I can’t hear a word they’re saying. Only the echoes of my mind.
People stop and stare at me. I can’t see their faces, only the shadows of their eyes.
I’m going where the sun keeps shining, through the pouring rain. Going where the weather suits my clothes. Backing off of to the Northeast wind, and sailing on a summer breeze. And skipping over the ocean like a stone.
Everybody’s talking at me. And I can’t hear a word they’re saying. Only the echoes in my eyes.
People stop and stare at me. But I can’t see their faces, only the shadows in my eyes.
I’m going where the sun keeps shining, through the pouring rain. Going where the weather suits my clothes. Banking off of to the Northeast winds, and sailing on a summer breeze. And skipping over the ocean like a stone.
I’m going where the sun keeps shining, through the pouring rain. Going where the weather suits my clothes. Banking off of to the Northeast winds, and sailing on a summer breeze. And skipping over the ocean like a stone.