16.10.2022

The Slow Show – Dresden

Overdonderende muziek van de Engelse groep The Slow Show in hun lied Dresden. Niet alleen door de bijzondere stem van zanger Rob Goodwin, maar ook door het geweldige koor Cantus Domus uit Berlijn en de ondersteuning door het eveneens Berlijnse orkest Stargaze o.l.v. André de Ridder. Ze spelen het nummer hier in 2014 tijdens het Haldern Popfestival en het staat ook op hun debuutalbum White Water uit 2015.

De groep uit Manchester bestaat naast zanger Goodwin, uit de Belgische toetsenist & producer Fred ’t Kindt, drummer Chris Hough, bassist James Longdon en de Ierse gitarist Joel Byrne McCullough.

Dresden gaat over de eerste buitenlandse tour van The Slow Show in 2012 in Zwitserland en Duitsland, waar ze onverwacht veel succes hadden. ‘Hier in Engeland krijgen bands als de onze niet echt een kans,’ zegt Goodwin. “We hebben een veel te rustige sound. In Engeland praat het publiek al snel door je nummers heen, maar in Zwitserland & Duitsland kun je tijdens rustigere songs een speld horen vallen.” Tegelijkertijd ontdekte de groep tijdens die tour ook hoe heerlijk excessen na de show smaken, die het beest in hun los maakten. Het concert in Dresden “was de eerste show die we ooit deden buiten Groot-Brittannië”, aldus Goodwin. “Het was opwindend en ik hield van iedere seconde, maar als muzikant ga je wel eens de fout in. Thuis moet je de consequenties van je gedrag onder ogen zien.”

Eerder deelde ik al twee nummers van The Slow Show hier op mijn blog. Het eerste was het nummer Low, als één van de beste nummers die ik voor het eerst hoorde in 2019. En als tweede hun lied Bloodline, dat ik één van de beste nummers van 2020 vond.

Dresden
I’m sorry I’m leaving.
But I don’t think
I will stand it here.
I’m a mess. I’m a mess.
So let me confess.
What I’ve done.
What I’ve seen.
What I’ve heard.

And the room is changing colour.
And everything is looking grey.
I’m a mess. I’m a mess.
And you said it best.
Should you go.
Should you stay.
Should you stay.

And dark, dark tales
on the road again.
And dark, dark tales everywhere.
And dark, dark tales
from the Dresden den.
Those crooked, crooked stairs.

This is. This is.
This is a breakdown.
Aha. Aha.

Oh Lucile what have you done.
You’ve hurt yourself.
You’ve hurt no one.
I cried, I cried.
I cried so long.
You’ve hurt yourself.
You’ve hurt no one.

Will you miss this December.
Will you miss it like hell.
Will you miss these games,
these silly games.
This broken hearted show.

This is. This is.
This is a breakdown.
Aha. Aha.

I’m gonna’ to burn this city
like a bag of bones.
I’m gonna’ burn this city down
to rust and bone.
I’m gonna’ to burn this city
like a bag of bones.
You know. You know.
You know. You know.

This is. This is.
This is a breakdown.
Aha. Aha.

02.10.2022

Ten Sharp – You

You was een grote internationale hit van de Nederlandse band Ten Sharp in 1991. Een jaar later speelden zanger Marcel Kapteijn en pianist Niels Hermes het tijdens een akoestisch optreden bij MTV, waarbij ze steun kregen van Tom Barlage (bekend van de band Solution) op de sax. De tekst van het nummer is van Ton Groen en het staat op hun album Under The Water-Line.

Ik herinner me nog goed dat ik het nummer draaide in de jukebox van een pub in het kleine Schotse dorp Kelty. En iedereen kende het. Ik leerde daar in 1993 het Schotse dorpsleven kennen via de zeer sociale & aantrekkelijke Suzie en haar bijzondere dochter Dana, die haar eigen weg zocht. En je ziet ik ben hen nooit vergeten.

You
It’s alright with me,
as long as you are by my side.
Talk or just say nothing.
I don’t mind, your looks never lie.
I was always on the run.
Finding out what I was looking for.
And I was always insecure.
Just until I found

Words often don’t come easy.
I never learned to show you
the inside of me oh no my baby.
You were always patient,
dragging out what I tried to hide.

I was always on the run.
Finding out just what I was looking for.
And I was always insecure.
Until I found

Chorus
I found you,
you were always on my mind.
Yes you, you’re the one I’m living for.
You, you’re my everlasting fire.
You’re my always shining star.

The night, always a good friend. 
A glass of wine,
and the lights down low.
You lying beside me.
Me full of love, and filled with hope.

You, you were always on my mind.
Yes you, you’re the one I’m living for.
You, you’re my everlasting fire.
I said you, you’re my always shining star.

Tags:
11.09.2022

Gordon & Re-Play – Never nooit meer

Je gelooft het vast niet maar Never nooit meer van Gordon & Re-Play uit 1999 is één van mijn favoriete nummers. Een guilty pleasure, want dat hoor ik als muziekkenner natuurlijk vooral te bekritiseren als gladde & slechte muziek. Maar het lied raakt me en ik luister er graag naar. Ik zong dit heerlijke lied ooit bij het huwelijk van mijn goede vriend Pim en al gauw zong de hele zaal mee. Een mooi moment dat ik koester.

Never nooit meer was een inzending voor het Nationaal Songfestival in 1999, maar werd niet uitgekozen om ons land te vertegenwoordigen. Het werd geschreven door Ellert Driessen, die bekend is van de band Spargo en ook nummers schreef voor o.a. Rob de Nijs, zoals Banger hart.

Gordon is de artiestennaam van Cornelis Willem Heuckeroth die voor zijn muzikale doorbraak vrouwenondergoed verkocht op de markt. Re-Play is een Rotterdamse R&B groep die bestaat uit zangers Alwin Burke, Henk Waarde, Samuel de Wit & Mark Dakriet. Ze zongen eerst Engelstalig, maar kregen vooral succes toen ze overgingen op Nederlandstalig.

Hier zingen ze Never nooit meer in 1999 in de tv-show van Paul de Leeuw, tijdens de afterparty van het Eurovisiesongfestival in dat jaar. Gordon & Re-Play maakten samen het album Gordon & Re-Play uit 2002, waar het lied ook op staat.

Never nooit meer
Never nooit meer, zei ik,
de laatste keer, toen mijn hart,
weer eens was gebroken.
Die levensgevaarlijke val
van de liefde,
was ik een keer te vaak in gelopen.
De strijd leek gestreden,
die ik toch al verloor.
De weg naar geluk,
op een dood spoor.
Mijn hart onbereikbaar,
ik dacht, ach ik blijf maar alleen.
Ik had een muur
om mijn hart gebouwd,
daar kwam niemand doorheen.

En dan kom jij, ineens voorbij.
En keert m’n wereld ondersteboven.
Ik kan het nog steeds niet geloven.
Nee, dat iemand als jij,
zo kan houden van mij.
Dit gaat nooit meer over.
Laat me never, never nooit meer los.

Never nooit meer hoef ik alleen te zijn.
Moet ik smeken om liefde,
die er toch niet is.
Never nooit meer dat ondraaglijk gevoel,
dat zo knaagt diep van binnen,
als je haar zo mist.
Never nooit meer mag je mij laten gaan.
Een leven alleen dat kan ik niet aan.
Ik was al veel te lang doelloos,
mijn hart zo gevoelloos. Alleen.

En dan kom jij, ineens voorbij,
en keert m’n wereld ondersteboven.
Ik kan het nog steeds niet geloven,
nee, dat iemand als jij,
zo kan houden van mij.
Dit gaat nooit meer over.
Laat me never, never nooit.
Laat me never, never nooit meer los.

Never nooit meer
hoef ik ooit nog te dromen.
Want door jou, alleen door jou,
is mijn droom uitgekomen.

En dan kom jij, ineens voorbij,
en keert m’n wereld ondersteboven.
Ik kan het nog steeds niet geloven.
Oh dat iemand als jij,
zo kan houden van mij.

En dan kom jij, ineens voorbij,
en keert m’n wereld ondersteboven.
Ik kan het nog steeds niet geloven.
Nee dat iemand als jij,
zo kan houden van mij.
Dit gaat nooit meer over.
Laat me never, never nooit.
Never, never nooit.
Laat me never, never nooit meer los.

Tags:   -  
28.08.2022

George Michael – Jesus to a Child

In 1994 zong de Engelse singer/songwriter George Michael (1963-2016) zijn prachtige lied Jesus To A Child tijdens de MTV Music Awards in Berlijn. Dat was de allereerste keer dat hij met het nummer naar buiten kwam. Pas in Januari 1996 werd het uitgebracht als eerste single van zijn fantastische album Older.

Van de opbrengsten van die single ging 50.000 pond naar het goede doel Help a London Child. En dat was niet alles bleek later, want zonder het bekend te maken doneerde Michael de rest van de opbrengst van de single aan de Engelse Kindertelefoon, de ChildLine. Iets wat me erg aanspreekt omdat ik in de jaren 80 een aantal jaren als vrijwilliger, trainer & coach heb gewerkt bij de Utrechtse Kindertelefoon.

Het lied is een eerbetoon aan zijn geliefde de Braziliaanse mode-ontwerper Anselmo Feleppa (1956-1993), die hij ontmoette in Rio de Janeiro in 1991 en twee jaar later overleed aan een hersenbloeding als gevolg van AIDS. Bij elk optreden waar Michael het lied zong droeg hij het op aan zijn gestorven vriend, ook in de tijd waarin hij nog niet naar buiten was gekomen met zijn homosexualiteit.

Jesus to a Child
Kindness, in your eyes,
I guess. You heard me cry.
You smiled at me,
like Jesus to a child.

I’m blessed, I know.
Heaven sent, and heaven stole.
You smiled at me,
like Jesus to a child.

And what have I learned,
from all this pain.
I thought I’d never
feel the same about anyone,
or anything again.

But now I know,
when you find love.
When you know that it exists.
Then the lover that you miss,
will come to you
on those cold, cold nights.

When you’ve been loved.
When you know it holds such bliss.
Then the lover that you kissed,
will comfort you
when there’s no hope in sight.

Sadness in my eyes.
No one guessed,
or no one tried.
You smiled at me
like Jesus to a child.

Loveless and cold.
With your last breath,
you saved my soul.
You smiled at me,
like Jesus to a child

And what have I learned,
from all these tears.
I’ve waited for you
all those years.
And just when it began,
he took your love away.

But I still say.
When you find love.
When you know that it exists.
Then the lover that you miss,
will come to you on those cold,
cold nights.

When you’ve been loved.
When you know it holds such bliss.
Then the lover that you kissed,
will comfort you
when there’s no hope in sight.

So the words you could not say,
I’ll sing them for you.
And the love we would have made,
I’ll make it for two.
For every single memory,
has become a part of me.
You will always be, my love.

Well I’ve been loved,
so I know just what love is.
And the lover that I kissed,
is always by my side.

Oh the lover I still miss,
was Jesus to a child.

14.08.2022

Jules de Corte – Bruidspaar

Jules de Corte (1924-1996) had een appeltje te schillen met de strengheid van het geloof, die hij van jongs af aan meekreeg op het Rooms-Katholieke Blindeninstituut de Wijnberg in Grave, waar hij opgroeide. Hij kreeg er uitstekend onderwijs en leerde er piano spelen, maar ervoer het als een kille, katholieke jeugdgevangenis. Hij verwerkte zijn slechte ervaringen met het geloof in menig nummer dat hij schreef.

Zo heb ik ooit nog het prachtige Aan Luther en de anderen (1969) gezongen tijdens een viering op mijn christelijke middelbare school, Reformatorisch College Blaucapel, met dank aan onze geweldige muziekleraar Wout van Veen. En je kunt het ook terug horen in zijn ontroerende lied Het bruidspaar dat hij hier zingt in 1967, maar al schreef voor 1960. Het komt van zijn album Liedjes die eigenlijk niet mogen uit 1962.

Truus van Hoof. Onthoudt die naam. Ze was de enige die samen met het bruidspaar een plek kreeg boven in de hemel.

 

Boudewijn de Groot schreef samen met tekstschrijver Lennaert Nijgh (1945-2002) een lied met hetzelfde thema: Elégie prénatale. Ook hier gaat het om een “moetje”. Het was zijn tweede single uit 1964, en dat is goed te horen in zijn jeugdige stem, want toen was hij nog maar 20 jaar oud.

 

Het bruidspaar
Het jonge paar kwam stijfgearmd van het stadhuis.
Geëscorteerd door slechts een paar familieleden.
Er zou geen bruiloft zijn, omwille van de vrede.
Alleen een heel bescheiden schijnreceptie thuis.

En in de ouderlijke woning van de bruid,
kreeg iedereen een kopje thee en een gebakje.
Er waren vier felicitaties plus een pakje.
En na een uur liet men de laatste gasten uit.

Toen was het allemaal gelukkig weer gewoon.
Ze gingen zwijgend naar hun zolder met z’n beiden.
Waar niemand zag hoe hij haar troostte toen ze schreide.
En vijf maand later werd ze moeder van een zoon.

Die kreeg de namen van papa aan vaders kant.
Als een gebaar van goede wil aan de familie.
Ze stuurden kaartjes rond naar ieders domicilie,
en plaatste voorts een advertentie in de krant.

Welnu, de enige die kwam was Truus van Hoof.
En alle anderen lieten taal noch teken merken.
Die zaten ’s zondags vroom en vredig in hun kerken.
Om God te danken voor hun spijkerhard geloof.