Eén van de mooiste nummers van James Taylor is Long Ago And Far Away, dat hij hier zingt tijdens een optreden bij de BBC in November 1971 toen hij 23 jaar oud was. Het komt van zijn 3e album Mud Slide Slim & The Blue Horizon uit 1971. Dat was de eerste plaat die ik van hem had en mijn liefde voor zijn muziek is constant gebleven, zoals je hier ook regelmatig merkt.
In zijn aankondiging zegt hij: “This is a tune about things not always turning out as you expected they would.” En later beschreef hij het lied als: “a musing on the nature of expectations, and how they don’t last.”
Long Ago and Far Away Long ago, a young man sits and plays his waiting game. But things are not the samei it seems as in such tender dreams.
Slowly passing sailing ships and Sunday afternoon. Like people on the moon I see, are things not meant to be.
Where do your golden rainbows end? Why is this song so sad? Dreaming the dreams I’ve dreamed my friend. Loving the love I love.
To love is just a word I’ve heard when things are being said. Stories my poor head has told me cannot stand the cold.
Yes and in between what might have been and what has come to pass. A misbegotten guess, alas, and bits of broken glass.
Where do your golden rainbows end? Why is this song I sing so sad? Dreaming the dreams I dream, my friend. Loving the love I love to love, to love, to love. Oh no, no, no, now.
In de jaren 70 luisterde ik graag naar de Amerikaanse country, folk & blues singer/songwriter Michael Murphey. En dan vooral naar zijn eerste twee albums Geronimo’s Cadillac (1972) & Cosmic Cowboy Souvenir (1973). Zoals vaker in die tijd was het mijn broer Roeland die hem had ontdekt. Murphey maakte toen prachtige nummers zoals Michael Angelo’s Blues (1972) en Drunken Lady Of The Morning (1973). Zelf zong ik graag zijn lied Boy From The Country, dat vooral bekend is geworden door de versie van John Denver (1943-1997) uit 1975. Het nummer komt van Murphey’s debuutalbum Geronimo’s Cadillac en hier speelt hij het zelf tijdens een optreden in 2018 in Franklin, Tennessee.
Michael Murphey was in zijn beginjaren goed bevriend met Michael Nesmith (1942-2021) van de populaire groep The Monkees, en die vroeg hem een nummer te schrijven voor hun 4e album. Dat werd What Am I Doing Hangin’ Around (1967), dat hij in 1972 zelf ook op de plaat zette. (Zijn eigen versie kun je hier horen.) Daarna schreef hij nog meer nummers voor de groep, maar die brachten zo weinig op, dat hij er weer mee stopte. Toen hij begin jaren 80 meer de country kant opging veranderde hij zijn naam in Michael Martin Murphey, vandaar dat je die naam nu vooral tegenkomt.
Hier zie & hoor je John Denver’s versie uit 1981. Hij zegt in zijn aankondiging dat het één van zijn favoriete nummers is, en dat hij het zelf had kunnen schrijven, omdat over hem zelf gaat.
Boy From The Country Because he called the forest brother. Because he called the earth his mother. They drove him out into the rain. Some people even said that the boy from the country was insane.
Because he spoke with fish in the creek. He tried to tell us that the animals can speak. And who knows, maybe they do. How do you know they don’t, just because they’ve never spoken to you.
Boy from the country, left his home when he was young. Boy from the country, he loves the sun.
He tried to tell us that we should love the land. We just turned our heads and laughed, you see we did not understand. But you know sometimes I think that the boy from the country is the only one who sees.
‘Cause the boy from the country, doesn’t want to see the forest, but rather sees the trees.
Boy from the country, he left his home when he was young. Boy from the country, he loves the sun.
Helaas zijn er maar heel weinig live opnames te vinden van de funk & disco soul uit de jaren 70. Daarom geniet ik er des te meer van als ik een live opname uit die tijd ontdek, zoals die van de Amerikaanse funkband L.T.D (Love, Togetherness & Devotion) met hun lied Holding On (When Love Is Gone). De groep rond lead-zanger Jeffrey Osborne had er een hit mee in 1978 en het kwam van hun 5e album Togetherness.
L.T.D stamt uit 1968 en kwam voort uit leden van het Fantastic Soul Orchestra, de begeleidingsband van Sam & Dave. Jeffrey Osborne kwam er bij in 1970 en was in het begin vooral drummer. Zijn broer Billy & hij wisselden elkaar af als zanger van de groep, maar vanaf 1976 werd hij zelf de lead-zanger. Het beste nummer van hen was wat mij betreft (Every Time I Turn Around) Back In Love Again uit 1977.
In 1980 verliet hij de groep om solo verder te gaan en maakte hij twee geweldige solo-albums in 1982 & 1983, met heerlijke nummers als On The Wings Of Love (1982), I Really Don’t Need No Light (1982), Don’t You Get So Mad About It (1983) & Stay With Me Tonight (1983).
Holding On Holding on (is very hard to do). When love is gone (and that’s no lie). Holding on (is very hard to do). When love is gone.
I bet you you’re unhappy. I know you gotta be, ‘cause it can drive you out your mind. There ain’t no sense in cryin’. It’s time for you to leave, baby that’s the bottom line.
Oh I bet you lie awake at night, and never rest a bit. And wish it all would disappear. But still the bottom line is you got to deal with it. And to yourself at least be fair.
Holding on (is very hard to do). When love is gone (and that’s no lie). Holding on (is very hard to do). When love is gone.
Ha ha ha, who are you kiddin’? Doo, doo, doo, doo-doo.
Said holding on (is very hard to do). When love is gone (and that’s no lie). Holding on (is very hard to do). When love is gone.
I bet you you’re unhappy. I know you gotta be, ‘cause it can drive you out your mind. There ain’t no sense in cryin’. It’s time for you to leave, baby that’s the bottom line.
Oh I bet you lie awake at night, and never rest a bit. And wish it all would disappear. But still the bottom line is you got to deal with it. And to yourself at least be fair.
Holding on (is very hard to do). When love is gone (and that’s no lie). Holding on (is very hard to do). When love is gone.
Oh I said. I said. I said. Hey I said. Listen to me now. Oh all right. When you’re holding on, and your love is gone. Makes it twice as bad. Because you can’t give the love that you don’t have. I don’t want to hold on no more. I ain’t gonna hold on no more. Allright, that’s why I can say. Well you know when the feeling’s over. Then you got to stop holding on. So then this is twice as bad , you can’t give a love that you don’t have. So why try holding, holding, holding.
Holding on (is very hard to do). When love is gone (and that’s no lie). Holding on (is very hard to do). When love is gone.
Wat een prachtig liefdeslied aan haar denkbeeldige kind schreef de Engelse singer/songwriter Laura Marling met For You, dat ze hier speelt tijdens een Prom-concert in de Royal Albert Hall in Londen in 2020. Dat was zonder publiek, maar met het strijkersorkest 12 Ensemble.
For You is “a little homage” aan Paul McCartney, voor zijn lied Jenny Wren (2005), dat hij hier zelf speelt. Het lied komt van haar album Songs For Our Daughter uit 2020, dat ze schreef voor een denkbeeldig kind. Ze zegt er zelf het volgende over: “The sentiment of that album is, how would I guide my daughter, arm her and prepare her for life and all of its nuance?”
Laura Marling komt uit een muzikaal nest met een vader die een plaatopnamestudio had en een moeder die muziekles gaf.
For You I drew pictures of you, long before I met you. Just a fragment of my mind. I had called out for you, almost every night. Precious things are hard to find.
It was just an evening, much like any else, when you came into my life. It takes one to know one, so I saw you there. I had seen you all my life.
I thank a God I’ve never met, never loved, never wanted, for you. I write it so I won’t forget. Never let it get away. I wear a picture of you, just to keep you safe.
Now that I have you, I will not forget, what a miracle you are. No childish expectation. Love is not the answer, but the line that marks the start.
I thank a God I’ve never met, never loved, never wanted, for you. I sing it so I won’t forget. Never let it get away. I wear a picture of you, just to keep you safe.
Erg leuk om een grote ster in een kleine setting te zien optreden. Hier zie & hoor je de Belgische singer/songwriter Stromae (Paul van Haver) tijdens een optreden in de kleine ruimte van het Tiny Desk Concert bij het Amerikaanse radiostation NPR (National Public Radio) van eind vorig jaar. En dan zingt hij ook nog zijn lied Mon Amour acapella, dus dat is extra genieten. Het lied komt van zijn 3e album Multitude (2022).
Paul van Haver heeft een Belgische moeder Miranda Maria van Haver en een Rwandese vader Pierre Rutare, die vermoord is in 1994 tijdens de genocide, terwijl hij op bezoek was bij familie. Paul van Haver was toen zelf 9 jaar oud en heeft zijn vader eigenlijk nooit goed gekend. Het woord stromae is een woordspeling waarbij lettergrepen van plaats worden verwisseld en verwijst naar het woord maestro. Dat soort woordspelingen worden Verlan genoemd en bestaat al sinds de Middeleeuwen. Ze zijn populair geworden met name in de stedelijke onderwereld, in de banlieues en in hippe kringen in Frankrijk, maar uiteindelijk ingeburgerd geraakt.
Ik kan je aanraden naar het hele concert te luisteren en zo ie zo meer Tiny Desk concerten op te zoeken, want veel grote muzikanten gingen Stromae voor.
Mon amour Y a d’abord eu Natasha. Mais avant y avait Natalie. Puis tout d’suite après y a eu Laura, et ensuite y a eu Aurélie. Évidemment y a eu Emma, mon Emmanuel et ma Sophie. Et bien sûr y a eu Eva, et Valérie, mais
Mon amour, mon amour. Tu sais qu’il n’y a que toi, et que je t’aimerai pour toujours.
Mon amour, oui, c’est promis. Oui c’était la dernière fois. Et j’te promets que j’t’ai tout dit. Plus rien tu ne découvriras. Plus aucune autre fille dans notre lit. Elles m’ont mis dans de beaux draps. Oui bien sûr j’ai choisi, mais pas celles-là!
Mon amour, mon amour. Tu sais qu’il n’y a que toi, et que je t’aimerai pour toujours.
Depuis que t’est partie. La vie n’a plus la même saveur. Les draps n’ont plus la même odeur. Depuis qu’j’fais la lessive. Mais qu’est-ce qu’il a de plus que moi? Est-ce qu’il en a une plus grosse que moi? Vous l’faites combien d’fois par mois? Et puis mes slips sont dans quelle armoire?
Mon amour, mon amour. Tu sais qu’il n’y a que toi, et que je t’aimerai pour toujours.
Mais pourquoi, pourquoi La vie est si injuste? Dis-moi, dis-moi Ce qu’il a de plus? Que moi, dis-moi Ce que j’ai fait au juste?