05.01.2025

Thé Lau – Lantaarn

Ik vond een prachtig lied van de Nederlandse singer/songwriter Thé Lau (1952-2015) dat gaat over het gemis van zijn vader. Lau is geen grote zanger, terwijl ik daar meestal wel naar op zoek ben, maar bij hem overheerst hier de emotie van de herinnering, en dat raakt me. Ook de strijkers dragen daaraan bij.

Hij zingt in Lantaarn, zoals het nummer heet: “Het is alsof jouw leven mij bekruipt. Je ziel, je gedachten. Het is alsof de dood me van achteren besluipt. De hemel voel ik, de hemel die voller is dan het land kan zijn. Maar ik zoek niet naar de hemel en ik zoek niet naar de hel. Ik zoek naar de verhalen, die niemand meer vertelt.” En hij eindigt met het aangepaste refrein: “In het licht van de lantaarn, in regen en in wind. Opeens kom ik hem tegen. Jij de vader, ik het kind.”

Het waren drie generaties Thé Lau. Zijn opa (1889-1958), die kunstschilder was en hoorde bij de Bergense School en zijn vader, die in in de oorlog in het verzet zet en volgens zijn zoon een echte held was.

Het nummer komt van zijn album Tempel der liefde uit 2006 en hij speelt het hier in hetzelfde jaar bij de VPRO in het muzikale programma Vrije Geluiden met begeleiding van een strijkkwartet.

Lantaarn
Het huis uit, de stad in.
Het is alsof jouw leven mij bekruipt.
Je ziel, je gedachten.
Het is alsof de dood
me van achteren besluipt.
De hemel voel ik,
de hemel die voller is
dan het land kan zijn.
Dan de hemel.

Maar ik zoek niet naar de hemel,
en ik zoek niet naar de hel.
Ik zoek naar de verhalen,
die niemand meer vertelt.

In het licht van de lantaarn.
In de regen en in wind.
Opeens kom ik hem tegen,
de vader van het kind.

De stad uit, het park in.
Duizend zielen ruisen in de wind.
De regen en tranen spannen samen,
tot ik leeg ben en verblind.
En de hemel, de hemel,
die voller is dan het land kan zijn.
Dan de hemel.

Maar ik zoek niet naar de hemel,
en ik zoek niet naar de hel.
Ik zoek naar de verhalen,
die niemand meer vertelt.

In het licht van de lantaarn
en in regen en in wind.
Opeens kom ik hem tegen,
de vader van het kind.

Het park uit, de weg terug.
Het leven glinstert zacht.
De lichtjes en de feestjes.
Het weeshuis weerspiegeld in de gracht.

En de hemel, die hemel
die voller is dan het land kan zijn.
De hemel.

In het licht van de lantaarn,
in regen en in wind.
Opeens kom ik hem tegen,
de vader van het kind.

In het licht van de lantaarn,
in regen en in wind.
Opeens kom ik hem tegen.
Jij de vader, ik het kind.
Jij de vader, ik het kind.

Tags:
22.12.2024

Jon Allen – (Looking For) The Heart Of Saturday Night

Ik ben al een tijdje fan van de Engelse singer/songwriter Jon Allen. En nu vond ik zomaar een heerlijke versie van het prachtige lied (Looking For) The Heart Of Saturday Night van de Amerikaanse singer/songwriter Tom Waits. Allen zingt het in zijn thuis studio, in zijn eentje achter de piano.

Het origineel komt van het gelijknamige tweede album van Waits uit 1974 en is geïnspireerd door het werk van de Amerikaanse schrijver Jack Kerouac (1922-1969).

(Looking For) The Heart Of Saturday Night
Well you gassed her up,
behind the wheel.
With your arms around your sweet one,
in your Oldsmobile.
Barrelin’ down the boulevard,
you’re looking for the heart of saturday night.

You got paid on Friday,
and your pockets are jinglin’.
And you see the lights,
and you get all tinglin’.
‘Cause you’re cruisin’ with a six.
You’re looking for the heart of saturday night.

Then you comb your hair.
Shave your face.
Tryin’ to wipe out every trace.
Of all the other days in the week.
This will be the saturday,
you’re reachin’ your peak.

Stoppin’ on the red,
you’re goin’ on the green.
‘Cause tonight’ll be like nothin’,
you’ve ever seen.
And you’re barrelin’ down the boulevard,
lookin’ for the heart of saturday night.

Now is it the crack of the pool balls,
neons buzzin’.
Telephone’s ringin’,
it’s your second cousin.
Is it the barmaid that’s smilin’
from the corner of her eye?
Magic of the melancholy tear in your eye.

Makes it kind of quiver,
down in the core.
‘Cause you’re dreamin’ of them saturdays
that came before.
Now you’re stumblin’.
You’re stumblin’ onto
the heart of saturday night.
Now you’re stumblin’.
You’re stumblin’
onto the heart of saturday night.

Tags:   -  
08.12.2024

Maria Muldaur – Sweetheart

In de jaren 70 paste ik in de zomervakantie af & toe op het huis van mijn oudere broer Jan in Marken. En dan draaide ik heel vaak twee heerlijke lp’s van de Amerikaanse zangeres Maria Muldaur (Maria Grazia Rosa Domenica D’Amato) die bij hem in de kast stonden. Dat waren haar debuutalbum uit 1973 en Waitress In A Donut Shop uit 1974. Met geweldige muzikanten als Ry Cooder, David Lyndley, Andrew Gold, Dr John, Klaus Voormann, Lowell George & Nick de Caro en zangers als Linda Ronstadt en Anna & Kate McGarrigle.

 

Van het album Waitress In A Donut Shop zingt ze hier het lied Sweetheart tijdens een optreden in het Amerikaanse muzikale tv-programma The Midnight Special in 1974. Heerlijk om weer te horen en nu ook live te zien. Het lied werd geschreven door songwriter Ken Burgan en werd voor het eerst op de plaat gezet door Dan Hicks & His Hot Licks in 1973.

Sweetheart
Sweetheart
But it doesn’t beat for me.
It beats softly in love,
but not for me.

Sweet lips.
I know I’ll never kiss.
You’re what I’m afraid I must miss.

I’m a waitress in the donut shop.
I see him on his morning stop.
He talks of love
when he talks of his sweetheart.
She gives him a rough time.
He gives me his dime,
and then parts.

Soft sighs.
Soft and pretty moans.
In dreams I can make you my own.

I’m a waitress in the donut shop.
I see him on his morning stop.
He talks of love,
but he talks of his sweetheart.
She gives him a rough time.
He gives me his dime,
and then parts.

Soft sighs.
Soft and pretty moans.
In dreams I can make you my own.
In dreams I can make you my own.

24.11.2024

Martyn Joseph – Chapel Porth Beach

Chapel Porth Beach is een indrukwekkend lied van de Welshe singer/songwriter Martyn Joseph, dat gebaseerd is op een dramatische gebeurtenis uit het leven van Vicky Murphy & haar man Marc.

Terwijl Vicky acht maanden zwanger was van haar eerste kind, kwamen ze vast te zitten in een grot bij Chapel Porth Beach in Cornwall in 2009. De golven dreigden hen mee te voeren naar zee en ze dachten dat ze het niet zouden overleven. Maar dankzij een onbekende surfer & twee strandwachten werden ze op wonderbaarlijke wijze op het laatste moment gered.
Hier zingt Joseph het lied voor het echtpaar en hun drie kinderen die ze sindsdien hebben gekregen. Onlangs heeft hij zelf voor het eerst het strand bezocht en hij vond het heel emotioneel.

Chapel Porth Beach
It’s the perfect setting,
a beautiful day.
His hand in hers
and they’re making their way.
Across Chapel Porth Beach
and the Atlantic tide.
His hand on her belly,
new life inside.

The light’s a cathedral,
there’s know one around.
There’s talk of the future
and names to be found.
Then she sleeps in his arms
to the ocean swell.
But you can walk out in heaven
and end up in hell.

Sometimes we fold,
and the answer comes.
When all hope is gone,
somehow it arrives.
The sea isn’t ours,
she’s a thief and a friend.
But you can start to live,
once you’ve seen an end.

So his mind snaps back,
like something just died.
“Hey babe wake up,
we gotta beat this tide.”
They’re trapped in a headland corner,
where Mother Nature don’t give a damn.
He knows they’re in trouble,
left the phone in the van.

It’s all happened so quick,
the moon’s gravity.
And now he’s holding her up
by her Mothercare dungarees.
He’s fought every wave,
he has done all that he can.
And the water’s so high now
he can barely stand.

Her face in his hands
and they say their goodbyes.
There are no words now
just the love across their eyes.
And that stone cold fear
at the end of your world.
For a second she wonders,
was it a boy or a girl?

Sometimes we fold,
and the answer comes.
When all hope is gone,
somehow it arrives.
The sea’s isn’t ours,
she’s a thief and a friend.
But you can start to live,
once you’ve seen an end.

Some say there’s angels in heaven,
but we need em down here
Some days they ride surfboards,
then disappear.
Not before they make phone calls,
when they’ve seen us wave.
Then set out to save us,
selfless and brave.

It’s the perfect setting,
a beautiful day.
His hand on hers
with vows to say.
Chapel Porth Beach
and the Atlantic sea.
Could have taken two lives,
but a lifeboat gave back three.

10.11.2024

Harry Belafonte – Old King Cole

Een geweldig nummer uit mijn jeugd is Old King Cole gezongen door de Amerikaanse zanger & acteur Harry Belafonte (1927-2023) tijdens zijn tweede concert in Carnegie Hall in 1960. Hier zingt hij het tijdens een optreden bij de BBC een jaar eerder. Old King Cole is een Britse nursery rhyme uit de 18e eeuw.

De lp waar dat nummer op stond was heel belangrijk in mijn leven en werd bij ons thuis grijsgedraaid. Ik herinner me de muziek nog heel goed en kan die ook nog steeds goed mee zingen, ook al klopt mijn Engels van geen kanten. Ik vulde sommige woorden als kind in, door de klanken na te doen. En pas nu heb ik een idee van wat ik toen eigenlijk zong. Dat had ik toen ook met de nummers van The Beatles.

Er zijn twee dubbelalbums van de concerten van Belafonte in Carnegie Hall. Op het eerste album Live From Carnegie Hall uit 1959 staan nummers als Cucurucucu, Jamaica Farewell, Come Back Lisa, Have Nageela & Matilda. En op het tweede album Belafonte Returns to Carnegie Hall (met Odetta & the Chad Mitchell Trio) uit 1960, staan nummers als A Hole In The Bucket (met Odetta), Jump Down Spin Around, Hene Ma Tov en dus ook Old King Cole. Allemaal nummers die ik bij me draag.

Old King Cole
Old King Cole was a merry old soul,
and a merry old soul was he.
Called for his pipe,
and he called for his bowl,
and he called for his privates three.

“Beer, beer, beer”, said the privates.
“Merry men are we.
There’s none so fair, as can compare,
with the Fighting Infantry.”

Old King Cole was a merry old soul,
and a merry old soul was he.
Called for his pipe,
and he called for his bowl,
and he called for his corporals three.

“Hup two, hup two, hup two”, said the corporals.
“Beer, beer, beer”, said the privates.
“Merry men are we.
There’s none so fair, as can compare,
with the Fighting Infantry.”

Old King Cole was a merry old soul,
and a merry old soul was he.
Called for his pipe,
and he called for his bowl,
and he called for his sergeants three.

“Yeahhhhh”, said the sergeants.
“Hup two”, said the corporals.
“Beer, beer, beer”, said the privates.
“Merry men are we.
There’s none so fair, as can compare,
with the Fighting Infantry.”

Old King Cole was a merry old soul,
and a merry old soul was he.
Called for his pipe,
and he called for his bowl.
And he called for his supplements three.

“We do all the work”, said the supplements.
“Yeahhhh”, said the sergeants.
“March you dump watch”, said the corporals.
“Beer, beer, beer”, said the privates.
“Merry men are we.
There’s none so fair as can compare,
with the Fighting Infantry.”

Old King Cole was a merry old soul,
and a merry old soul was he.
Called for his pipe,
and he called for his bowl,
and he called for his captains three.

“Oh don’t be late for the dance”, said the captains.
“We do all the work”, said the shavetails.
“Yeahhhhh”, said the sergeants.
“March to the guardhouse”, said the corporals.
“Beer, beer, beer”, said the privates.
“Merry men are we.
There’s none so fair as can compare,
with the Fighting Infantry.”

Old King Cole was a merry old soul,
and a merry old soul was he.
Called for his pipe,
and he called for his bowl,
and he called for his chaplains three.

“Oh what a bloody mess”.
“Amen, amen, hallelujah.”
“Oh don’t be late for the dance”, said the captains.
“We do all the work”, said the shavetails.
“Yeahhhh”, said the sergeants.
“Put it in a bucket”, said the corporals.
“Beer, beer, beer”, said the privates.
“Merry men are we.
There’s none so fair as can compare,
with the Fighting Infantry.”

Old King Cole was a merry old soul,
and a merry old soul was he.
Called for his pipe,
and he called for his bowl,
and he called for his colonels three.

“Oh what a lovely war”, said the colonels.
‘Oh what a bloody mess”.
“Amen, amen hallelujah”.
“Oh don’t be late for the dance”, said the captains.
“We do al the work”, said the shavetails.
“Yeahhhhh”, said the sergeants.
“March to the end”, said the corporals.
“Beer, beer, beer”, said the privates.
“Merry men are we,
there’s none so fair as can compare,
with the Fighting Infantry.”

Old King Cole was a merry old soul,
aand a merry old soul was he.
Called for his pipe,
and he called for his bowl,
and he called for his generals three.

Thuh, thuh.
Oh come on fellahs, give a fellah break.
“Uh what’s my next command”, said the generals.
“Oh what a lovely war”, said the colonels.
“Oh what a bloody mess, amen.”
“Oh what a bloody mess”, said the captains.
“Oh what a bloody mess”, said the shavetails.
“Oh what a bloody mess”, said the sergeants.
“Oh what a bloody mess”, said the sergeants.
“Beer, beer, beer”, said the privates.
“Merry men are we.
There’s none so fair as can compare,
with the Fighting Infantry.”