Herman van Veen is een artiest die je regelmatig bij de Songcatcher terugvindt. Vooral in zijn beginjaren was hij mijn held en was ik een grote fan van hem. Dat kwam natuurlijk ook doordat ik hem persoonlijk kende. Op mijn 12e kreeg ik een half jaar muziekles van hem en vlak daarna werd mijn broer voor een aantal jaren zijn manager. Daardoor had ik het geluk om concerten bij te wonen en soms zelfs te helpen met opbouwen.
Een heel mooi nummer van Herman uit die tijd is Hoe dikwijls. Helaas is er geen goede live-opname van te vinden en daarom deel ik een Duitse versie met je. Herman zong Wie oft tijdens een optreden in 1977. En ik geniet er weer volop van!
Hoe dikwijls
Hoe dikwijls stond ik op het punt van breken.
En brak ik zonder het zelf te weten,
beloften die ik ongemerkt gemaakt heb,
door heel vriendelijk onduidelijk te zijn.
Hoe dikwijls stond ik op het punt van weggaan,
maar bleef ik om niemand voor het hoofd te stoten.
En had ik mezelf stilzwijgend opgesloten,
achter een plaatselijk angstvallig rookgordijn.
Wijs me waar de toetsen zitten,
dan speel ik iets voor jou.
Zonder erbij na te denken,
omdat ik van je hou.
Wijs me waar de toetsen zitten,
en schuif de hele boel opzij.
Dan kan ik eindelijk zeggen,
wat ik voor je voel.
Hoe dikwijls stond ik op het punt de waarheid,
of wat daarvoor doorgaat te vertellen.
Maar hield ik me in, omdat ik bang was
voor de gevolgen van en wat men zeggen zou.
Hoe dikwijls stond ik op het punt te leren.
Te leren leven met een gebrek aan zelfvertrouwen.
Waardoor ik met iedereen rekening bleef houden,
tot ik zelf niet goed meer wist wat ik nou wou.
Wijs me waar de toetsen zitten,
dan speel ik iets voor jou.
Zonder erbij na te denken,
waarom ik van je hou.
Wijs me waar de toetsen zitten,
en schuif de hele boel opzij.
Dan kan ik eindelijk zeggen,
wat ik voor je voel.