Vorige week deed ik een mooie muzikale vondst. Ik ontdekte een zeer bijzondere uitvoering van Het dorp van Wim Sonneveld (1917-1974) door zangeres Anneke v an Giersbergen. Van Giersbergen was van 1994 tot 2007 lead-zangeres van de Nederlandse metalband The Gathering. Daarna ging ze haar eigen weg in allerlei muzikale projecten. Op dit moment speelt ze samen met de IJslandse folkband Aristidir en zingt ze zeer gevarieerd repertoire.
Anneke van Giersbergen heeft een dijk van een stem, maar houdt het in deze cover heel klein. Het is even wennen dat ze Nederlands zingt met een duidelijk Brabants accent, maar na een tijdje wordt deze uitvoering steeds mooier wat mij betreft.
Het lied Het dorp werd in 1965 geschreven door Friso Wiegersma (1925-2006), de geliefde van Sonneveld, op muziek van La montagne van Jean Ferrat uit 1964.
Het dorp
Thuis heb ik nog een ansichtkaart,
daarop een kerk een kar met paard,
een slagerij J. van der Ven.
Een kroeg, een juffrouw op de fiets,
het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets,
maar het is waar ik geboren ben.
Dit dorp, ik weet nog hoe het was,
de boerenkind’ren in de klas,.
een kar die ratelt op de keien.
Het raadhuis met een pomp ervoor,
een zandweg tussen koren door,
het vee, de boerderijen.
En langs het tuinpad van mijn vader,
zag ik de hoge bomen staan.
Ik was een kind en wist niet beter,
dan dat ’t nooit voorbij zou gaan.
Wat leefden ze eenvoudig toen,
in simp’le huizen tussen groen,
met boerenbloemen en een heg.
Maar blijkbaar leefden ze verkeerd,
het dorp is gemoderniseerd,
nu zijn ze op de goede weg.
Want zie, hoe rijk het leven is,
ze zien de televisiequiz,
en wonen in betonnen dozen.
Met flink veel glas, dan kun je zien,
hoe of het bankstel staat bij Mien,
en d’r dressoir met plastic rozen.
Langs het tuinpad van mijn vader,
zag ik de hoge bomen staan.
Ik was een kind en wist niet beter,
dan dat ’t nooit voorbij zou gaan.
De dorpsjeugd klit wat bij elkaar,
in minirok en beatle-haar,
en joelt wat mee met beat-muziek.
Ik weet het is hun goeie recht,
de nieuwe tijd, net wat u zegt,
maar het maakt me wat melancholiek.
Ik heb hun vaders nog gekend,
ze kochten zoethout voor een cent,
ik zag hun moeders touwtjespringen.
Dat dorp van toen, het is voorbij,
dit is al wat er bleef voor mij,
een ansicht en herinneringen.
Toen ik langs het tuinpad van m’n vader,
de hoge bomen nog zag staan.
Ik was een kind, hoe kon ik weten,
dat dat voorgoed voorbij zou gaan.