02.03.2025

Jacques Brel – Ne me quitte pas

Een buitengewoon indrukwekkend nummer dat hier niet mag ontbreken is het ontroerende liefdeslied Ne Me Quitte Pas (Laat me niet alleen) uit 1959 van de Belgische singer/songwriter Jacques Brel (1929-1978). Hij zingt het hier tijdens een geweldig optreden in het muzikale tv-programma Club Domino van de AVRO in 1962.

Een jaar eerder zong Brel ook een Nederlandstalige versie, met een vertaalde tekst van dichter & schrijver Ernst van Altena (1933-1999). Die kun je hier beluisteren.

Ne me quitte pas
Ne me quitte pas, il faut oublier
Tout peut s’oublier, qui s’enfuit déjà.
Oublier le temps des malentendus
et le temps perdu
A savoir comment oublier ces heures
Qui tuaient parfois
A coups de pourquoi, le coeur du bonheur
Ne me quitte pas

Moi je t’offrirai des perles de pluie
Venues de pays où il ne pleut pas
Je creuserai la terre jusqu’après ma mort
Pour couvrir ton corps d’or et de lumière
Je ferai un domaine où l’amour sera roi
Où l’amour sera loi
Où tu seras reine
Ne me quitte pas

Ne me quitte pas
Je t’inventerai des mots insensés que tu comprendras
Je te parlerai de ces amants-là
qui ont vu
deux fois leurs coeurs s’embraser
Je te raconterai l’histoire de ce roi mort
De n’avoir pas pu te rencontrer
Ne me quitte pas

On a vu souvent rejaillir le feu de l’ancien volcan
Qu’on croyait trop vieux
Il est paraît-il
des terres brûlées
Donnant plus de blé qu’un meilleur avril
Et quand vient le soir pour qu’un ciel flamboie
Le rouge et le noir ne s’épousent-ils pas
Ne me quitte pas

Je ne vais plus pleurer
Je ne vais plus parler
Je me cacherai là à te regarder
Danser et sourire
Et à t’écouter
Chanter et puis rire
Laisse-moi devenir l’ombre de ton ombre
L’ombre de ta main
L’ombre de ton chien
Ne me quitte pas

Laat me niet alleen
Laat me niet alleen.
Toe vergeet de strijd.
Toe vergeet de nijd.
Laat me niet alleen,
in die domme tijd.
Vol van misverstand.
Ach vergeet het want,
’t is verspilde strijd.
Hoe vaak hebben wij
met een snijdend woord
ons geluk vermoord.
Kom dat is voorbij.
Laat me niet alleen.

Lief ik zoek voor jou,
in het stof van de wegen,
de paarlen van regen,
de paarlen van dauw.
Ik zal heel mijn leven
werken zonder rust,
om jou licht en lust,
goud en goed te geven.
Ik sticht een gebied
waar de liefde troont,
waar de liefde loont,
waar jouw wil geschied.
Laat me niet alleen.

Laat me niet alleen.
Ik bedenk voor jou woorden
rood en blauw.
Taal voor jou alleen.
En met warme mond zeggen wij elkaar,
eens was er een paar,
dat zichzelf weer vond.
Ook vertel ik jou van de koning
die stierf van nostalgie,
hunkerend naar jou.
Laat me niet alleen.

Want uit een vulkaan die is uitgeblust,
breekt zich na wat rust
toch het vuur weer baan.
En op oude grond ziet men vaak het graan,
heel wat hoger staan dan op verse grond.
Het wit mint het zwart.
Zwakheid mint de kracht.
Daglicht mint de nacht.
Mijn hart mint jouw hart.
Laat me niet alleen.

Laat me niet alleen.
Nee ik huil niet meer.
Nee ik spreek niet meer,
want ik wil alleen horen hoe je praat.
Kijken hoe je lacht.
Weten hoe je zacht
door de kamer gaat.
Nee ik vraag niet meer.
Ik wil je schaduw zijn.
Ik wil je voetstap zijn.
Ik wil je adem zijn.
Laat me niet alleen.

Reageer